De voetplaat

Onder bijna alle type magazijnstellingen zitten voetplaten, deze moeten de druk van de staander op de vloer verdelen en moeten zo zijn gemaakt dat er door de voetplaat in de vloer verankerd kan worden. Eventuele vulplaten die onder de voetplaten worden gelegd om de stellingen in het lood (waterpas) te zetten dienen zoveel mogelijk de gehele voetplaat te ondersteunen.

Het type voetplaat wordt bepaald door de druk van de staander op de voetplaat en wordt door fabrikant en/of importeur van de magazijnstellingen berekend. Hierbij dient ook gekeken te worden naar de drukvastheid van de vloer. (vaak is het verstandig om bij het bedrijf dat de betonvloer heeft gestort te informeren wat de druk per cm² mag zijn) Bij tweedehands stellingen dus goed opletten welke voetplaten er gemonteerd zijn en zorgen dat de draagvermogen gegevens van de stellingen met de gemonteerde voetplaten worden meegeleverd en worden aangebracht op de stellingen (over de draagvermogenborden, als we wat hoger in de stellingen zijn aangeland, meer)



Op de afbeelding hier boven is goed te zien dat bij gebruik van staanders van de types:
P1 t/m P3 er een voetplaat wordt gebruikt met een bepaalde vorm en een dikte van 5 mm en dat voor de staander type P4 een groter en dikker type wordt gebruikt.

Een andere fabrikant heeft gekozen voor de oplossing zoals hier links zichtbaar








Hoe zwaarder een stelling is uitgevoerd, hoe meer druk er opgevangen moet worden, hoe dikker over het algemeen een voetplaat zal moeten zijn.

In de NEN-EN 15635 staat beschreven dat voetplaten ( en dus ook de vulplaten die eventueel worden gebruikt) volledig contact moeten hebben met de vloer: “base plates shall be in contact under their entire area with the floor of the building or any prepared plinth.The base plates shall be packed up with suitable steel shimming or grouting under the whole of the planarea of the base plate. Steel shims should be permanently located under the base plates or, if preferred,sufficiently strong and shrink-proof mortar can be injected under the base plates to fulfil a similar function.

Bij een eventuele keuring van magazijnstellingen zal hier dan ook naar gekeken worden. Hoe groter het oppervlak van de voet/vulplaat dat contact heeft met de betonvloer hoe beter de druk wordt verdeeld.

Voor stellingen van voor 2008 (NEN 5051) geldt voor de voetplaten iets identieks als voor nieuwere stellingen:

Voetplaten moeten over hun totale oppervlak in contact zijn met de gebouwvloer, of met de bovenkant van eventueel aanwezige opstortingen. Om dit te bereiken moeten, waar nodig, onder de voetplaten (stalen) vulplaatjes of dergelijke, plaatsvast en bestendig, worden aangebracht, dan wel kan worden gekozen voor achteraf ondersabelen met voldoend sterke en krimp vrije mortel.

Heb je te maken met vloeren anders dan beton dan moet er echt wel een specialist bijkomen die advies kan geven hoe de stellingen op extra grote zogenaamde drukplaten worden geplaatst of dat de stellingen in U-profielen geplaatst dienen te worden en hoe verankering uiteindelijk kan worden uitgevoerd. We hebben het dan over vloeren bestaande uit bijv.klinkers, stelconplaten of asfalt.

De vloer met de gebruikte voetplaat en de juiste wijze van verankering is de basis voor een degelijke opstelling van magazijnstellingen.

Een goed fundament is meer dan het halve werk.

Vriendelijke groet,

Frans Hardus

waarom magazijnstellingen vast zetten of los laten staan?

De huidige norm geldend voor magazijnstellingen die geplaatst zijn na 2008 is:

Deze norm geeft aan dat alle stellingen die mechanisch beladen worden aan de vloer verankerd moeten worden.

All storage equipment shall be fixed to the floor to prevent movement of the uprights where mechanical handling equipment is used at or near to the storage equipment. The number and type of floor fixings shall be specified by the storage equipment supplier and these shall be installed in accordance with the instructions of the fixing supplier;

Dit in tegenstelling tot de oude norm de NEN 5051, geldend voor stellingen vanaf 1982 t/m 2008:

Aanschafgegevens - Montage en gebruik

Door de besteller te verstrekken ontwerpgegevens en
bepalingen voor montage en gebruik

deze gaf aan dat verankering bij voorbeeld vereist is in één van de volgende gevallen:

Stellingen met een hoogte van meer dan 2 m, indien de hoogte/diepte verhouding van een juk meer bedraagt dan 4 : 1 (minder dan 4 aaneengesloten secties) of 5 : 1 (4 of meer aaneengesloten secties), dan wel 8 : 1 in het geval  van rug aan rug gekoppelde jukken.
Indien verankering niet mogelijk is, mag ook op andere wijze worden voorzien in de kantelstabiliteit, bijvoorbeeld door het over het gangpad heen koppelen van een enkele sectierij aan een rug aan rug gekoppelde rij. Een dergelijke koppeling dient tenminste om het andere juk te worden aangebracht.

Stellingen die onderworpen zijn aan relatief grote horizontale belastingen, zoals bijvoorbeeld als gevolg van SBA;

stellingen waarbij slechts één liggerlaag aanwezig is;

In alle overige gevallen mochten stellingen los blijven staan. In de loop der jaren raakten wel steeds meer bedrijven er van overtuigd dat het verankeren van stellingen uiteindelijk veiliger is dan het los laten staan van de stellingen omdat er minder risico is dat door een aanrijding de stelling in beweging komt en er een kans op ontstaat op uit de stelling vallende goederen en/of pallets. Tevens werden stellingen nogal vreemd belast door na verschuiving weer in lijn getrokken / geduwd te worden met heftrucks.

Problemen ontstaan er als we te maken hebben met voorgespannen betonvloeren en vloerverwarming die hoog in de vloer ligt.

Het is geen plicht om je te houden aan een norm, je mag afwijken van de normen als je op een andere wijze de gelijke veiligheid kunt bereiken.

In het geval van vloerverwarming en/of voorgespannen betonvloeren kan er gekozen worden voor het verlengen van de voorste stijlen van de stellingen om deze dan zo hoog mogelijk    bij het dak over het gangpad aan elkaar te koppelen. Alle stellingen worden zo een blok en de kans op omvallen zeer klein. De voetplaten kunnen dan tegen het verschuiven vastgelijmd worden aan de vloer of met hele korte ankers verankerd.

Onderdelen van een magazijnstelling

De volgorde van onderwerpen voor dit blog is van vloer naar dak als het gaat over magazijnstellingen, daarna komen de organisatorische zaken in magazijnen aan de orde.

Om geen verwarring te krijgen over de terminologie eerst een omschrijving van de benamingen van stellingonderdelen.

1	Rug afstandstuk	10	Legbord ondersteuningsligger
2	Frame opkoppelstuk	11	Houten Legbord
3	Muur bevestigingsbeugel	12	Legbord ondersteuningsligger
4	Frame voetplaat	13	Sigma profiel
5	Pallet ondersteuningsligger	14	Draagvermogenbord
6	Vat ondersteuning steun	15	Vloergeleiding
7	vat ondersteuning constructie	16	Sprinkler systeem
8	Verhoogde diepteligger	17	Frame beplating
9	Stalen legbord	18	Doorvalbeveiliging
		19	P&D stations

*)Opmerking: Opslagsystemen mogen alleen aan muren/constructies worden verankerd als er schriftelijke toestemming is van de constructeur van het pand.