“hoe vergroot ik de veiligheid in een magazijn”.

Alle onderwerpen die ik hierbij kan bedenken zullen in de loop der tijd de revue passeren. In dit blog geen opgeheven vingertjes, geen opsomming van alle regels, geen droge serie wetsartikelen maar vooral praktische zaken, zaken van alledag.

Ik houd me vanzelfsprekend aanbevolen voor suggesties over onderwerpen, voor vragen en voor op- en aanmerkingen. De wijsheid heb ik zeker niet in pacht al loop ik toch alweer een jaartje of 30 tussen de magazijnstellingen.

zondag 1 juni 2014

Draagvermogenborden, niet altijd eenvoudig te begrijpen

Sinds 1982 is er al de "plicht" (beschreven in de NEN 5051) om op magazijnstellingen aan te geven welk gewicht op een paar liggers mag worden geplaatst en met welke eerste inhaakhoogte welk gewicht in een sectie mag worden geplaatst, de zogenaamde framebelasting.
Ook in de huidige Europese, geharmoniseerde normen, is het plaatsen van draagvermogen informatie opgenomen (NEN-EN 15.635).



volgens NEN 5051















Van dit type draagvermogenborden heb ik er maar heel weinig kunnen ontdekken. De wijze waarop al snel na 1982 magazijnstellingen van informatie werden voorzien was de draagvermogensticker. Op oude stellingen kom je deze zogenaamde GSF stickers nog wel eens tegen. 





GSF-stickers




















De volgende stap in de ontwikkeling van draagvermogenborden is afgeleid van deze GSF-sticker maar wordt niet door iedere magazijnstellingen leverancier op precies dezelfde wijze gemaakt en ook niet door iedere leverancier op dezelfde wijze ingevuld. Dit is dus ook de reden voor deze aflevering van mijn blog, een beetje helderheid in de draagvermogenborden wereld te scheppen.






basis draagvermogenbord




















Tot hier is de ontwikkeling nog goed te volgen. 

Hier onder volgen zo maar wat voorbeelden hoe draagvermogenborden er ook uit kunnen zien. Probeer ze maar te begrijpen.







































Vaak is aan de sticker/draagvermogenbord te herkennen met welk merk stellingen je te maken hebt. Vervolgens is er met wat studeren ook nog wel te achterhalen of de informatie al dan niet op de juiste stelling is aangebracht. Regelmatig kom ik draagvermogenborden tegen die niet bij de stellingconfiguratie horen die er is opgebouwd. Ach, als er maar een bordje op zit dan zal het wel goed zijn zie ik mensen dan denken.

Maar let op: iedereen die goederen met een aangedreven transport/hefmiddel in een magazijnstelling plaatst "moet" uitgelegd zijn en begrijpen welke informatie op een draagvermogenbord staat en hoe daar mee om te gaan. 

Nog te vaak realiseren magazijnmedewerkers zich niet wat de risico's zijn van overbelasting van magazijnstellingen in combinatie met lichte t/m zwaardere beschadigingen van deze stellingen. Daarover in een toekomstig blog meer.

Over het lezen van een draagvermogenbord, stellingtypeplaat, draagvermogensticker of hoe de informatie die op magazijnstellingen aanwezig hoort te zijn ook genoemd mag worden.

Het basisprincipe is dat op een draagvermogenbord, verder afgekort tot DVB, te lezen is wat:
a) de liggerbelasting mag zijn bij gelijkmatig verdeelde belasting over beide liggers en over de gehele lengte van de liggers en wat
b) de sectie/frame belasting van een (pallet)stelling mag zijn bij een bepaalde inhaakhoogte van de eerste ligger. Dit is afstand vanaf de vloer tot bovenzijde van de eerste ligger. 


a) de liggerbelasting
































Pallets "moeten" volgens de normen op deze wijze worden geplaatst. Van deze wijze van plaatsing gaan de stellingfabrikanten uit bij het produceren van hun materiaal. Ik heb voor dit blog gebruik gemaakt van de NEN 5051 omdat er veel magazijnen voor 2009 zijn ingericht waar deze norm nog van toepassing is. De huidige norm wijkt hier niet zoveel van af alleen de vrije hefruimte boven een pallet met lading tot onderzijde volgende ligger is wat verminderd. 

draagvermogen gegevens liggers











Deze fabrikant heeft er voor gekozen om de informatie over de draagvermogens van de gebruikte liggers in de stelling op een los bord te plaatsen. Veelal wordt alle informatie op één bord geplaatst, daarvan later een voorbeeld.


b) de sectie/frame belasting



Bij bovenstaande foto zijn in de stelling de ligger inhaakhoogtes gewijzigd en moet worden vastgesteld of met de ook gewijzigde eerste inhaakhoogte de vakbelasting niet te hoog is geworden. Hiervoor nemen we de maat op van vloer tot bovenzijde eerste ligger. Deze hoogte is, zoals op de foto hier onder te zien, ongeveer 1960 mm en wordt gemakshalve afgerond naar 2000 mm waardoor we aan de veilige kant zitten met het bepalen van de sectiebelasting.

















Op de foto hier onder is te zien dat bij een eerste inhaakhoogte van 2000 mm een waarde is aangegeven van 5750 kg. Nu moet alleen nog worden vastgesteld of deze waarde niet wordt overschreden door de gewichten van alle pallets die in deze sectie staan op te tellen. Hier ontstaat vaak een heel ander probleem namelijk dat een heftruckchauffeur vaak geen idee heeft wat een pallet weegt en daardoor er vaak vanuit gaat dat als iets in een vak past het ook wel wat betreft het gewicht zal kunnen.













Deze fabrikant heeft er voor gekozen om meerdere inhaakhoogtes op een DVB te plaatsen zodat er enige speelruimte ontstaat voor de gebruiker om liggers op andere inhaakhoogtes aan te brengen. Het blijft altijd een kwestie van rekenen om te kijken hoeveel paar liggers van welk type je met welke palletgewichten in de stelling kunt aanbrengen. 


Verschillende uitgangspunten voor het berekenen van DVB's 

1) Er zijn leveranciers van (pallet)stellingen die het principe hanteren dat de sectiebelasting minimaal gelijk moet zijn aan de optelsom van de ligger draagvermogens. 
Bijvoorbeeld: ik heb 6 paar liggers in de hoogte met een draagvermogen van 2000 kg dan moet een frame zo gekozen worden dat met de gewenste eerste inhaakhoogte de sectiebelasting minimaal 12.000 kg is.





2 x 1500 = sectiebelasting 3000 kg

(hier kan bijvoorbeeld het ligger draagvermogen teruggebracht zijn omdat de waardes wel erg mooi uitkomen) 
























5 x 2050 = sectiebelasting 10250 kg

(in dit geval kan bijvoorbeeld een zwaarder type frame gebruikt zijn, 
zie blog over stellingstaanders) 











2) Er zijn leveranciers van (pallet)stellingen die het principe hanteren dat de sectiebelasting niet gelijk hoeft te zijn aan de optelsom van de ligger draagvermogens omdat zij bijvoorbeeld hebben afgesproken met de gebruiker dat alle liggers met nooit meer dan 80% van de maximale liggerbelasting beladen worden. Meerdere redenen zijn denkbaar, voor personeel op de vloer is dit wel lastig want zij moeten de eerste keer het DVB narekenen voor ze kunnen besluiten of een (extra) pallet al dan niet nog in die sectie geplaatst mag worden.






















In dit geval zijn er 8 paar liggers in de hoogte geplaatst en is het draagvermogen van een paar liggers, afhankelijk of het een 4 of 5 punts inhaking is (zie blog over liggers), 3290 of 3435 kg. 8 x 3290 kg = 26.320 kg. Op het DVB staat een waarde voor de sectiebelasting van 19.086 kg, de "gemiddelde" belasting per paar liggers is in dit geval 19.086 : 8 = 2385 kg.
In dit geval moet je dus niet blindelings aannemen dat je op alle liggers minimaal 3290 kg mag plaatsen aan pallets.























Vaklast, het draagvermogen per paar liggers, is hier 4.000 kg. De veldlast, draagvermogen per sectie, is maximaal 7000 kg. 
Gemiddeld draagvermogen per paar liggers is dan 7000 : 3 = 2333 kg.


Lastige(r) zaken

Dan hebben we tenslotte nog de "raad"plaatjes / studieobjecten. Om deze DVB's te begrijpen moet je eerst gaan studeren wat de producent voor informatie wilt geven. Soms vraag je je zelfs af of DVB's wel juist zijn.

Hier onder enkele voorbeelden van studie objecten:

1) meerdere variabelen















Ik heb hier te maken met diverse variabelen, 2 types liggers en 2 verschillende aantallen liggers in de hoogte. In de kleinste letters staat dat sectiebelasting is berekend voor een eerste inhaakhoogte van 1500 mm. 
Stel dat de 7 niveaus liggers de liggers zijn met een lengte van 2700 mm en een draagvermogen van 3000 kg per paar liggers dan zou de frame belasting in ieder geval 7 x 3000 = 21.000 kg moeten zijn. De sectiebelasting voor de secties met 5 niveaus liggers met een draagvermogen van van 4000 kg zou dan minimaal 20.000 kg moeten zijn. 
Alles altijd meer dan de huidige 16.500 kg. 


2) twijfels



Op het linker deel is te zien dat de sectiebelasting bij een eerste inhaakhoogte van 1100 mm 10.000 kg is en op het rechterdeel dat dit ook het geval is bij een eerste inhaakhoogte van 4050 mm. Ruim 3 x zo hoog als de 1100 mm van het linkerplaatje. Hoe hoger de eerste ligger is ingehaakt, hoe hoger de kniklengte is en normaliter hoe lager de sectiebelasting is. Nu zou dit eventueel verklaard kunnen worden uit terugbrengen van framebelastingen maar echt duidelijk is dit DVB niet.



















Op het linker deel is te zien dat de sectiebelasting bij een eerste inhaakhoogte van 1150 mm 17.816 kg is en rechts dat dit nog 17.401 kg is bij een eerste inhaakhoogte van 2550 mm. Ruim 2 x zo hoog als de 1150 mm van het linkerplaatje. Hoe hoger de eerste ligger is ingehaakt, hoe hoger de kniklengte is en normaliter hoe lager de sectiebelasting is. Ook hier heb ik enige twijfel hoe ik deze waardes moet uitleggen aan de gebruiker.

3) Alles op een bord


























Ook hier is het een beetje zoeken en meten. We hebben hier te maken met 2 soorten liggers en een hele lijst met inhaakhoogtes. Verder moet je met zelf delen en vermenigvuldigen, met misschien wel 2 types liggers in de hoogte, komen tot een indeling die klopt en begrijpelijk is ??

4) Andere taal en andere vormgeving ??



Een heel ander type DVB is bovenstaande. Hierbij staan verticaal ........in Kn en horizontaal...................in mm.????
Kom je er zo een tegen dan laat iemand deze een keertje aan je uitleggen en vertalen in leesbaar Nederlands zodat toekomstige werknemers er ook mee kunnen werken.


Zo kan het ook, DVB volgens de NEN-EN 15.635 
aangepast aan Nederland. 







In de afbeelding links is te zien wat het palletgewicht per pallet mag zijn, in het tabelletje rechts staan de overige gegevens. Alle belangrijke opmerkingen staan aan de bovenzijde van het DVB.


Moraal van deze blogaflevering:

Zorg er al in een vroeg stadium voor bij de aanschaf van (pallet)stellingen dat het duidelijk is op basis waarvan de stellingconfiguratie wordt aangeboden:

Op basis van liggerbelasting = aan optelsom van de maximale palletgewichten en sectiebelasting is minimaal gelijk aan de optelsom van de liggerdraagvermogens en dit alles bij een duidelijk vastgelegde maximale eerste inhaakhoogte.

OF

Iets anders wat in ieder geval helder en duidelijk besproken is en  schriftelijk vastgelegd.

Te vaak komen gebruikers er achter in een later stadium dat de stellingen toch niet zo zwaar belast kunnen worden als vooraf bedacht.

Leer in ieder geval alle gebruikers van de (pallet) stellingen hoe de draagvermogenborden te lezen en te gebruiken en wat hun verantwoordelijkheid daarbij is.

Met vriendelijke groet,

Frans Hardus 







  

donderdag 6 februari 2014

hoek aanrijdbeschermers palletstelllingen

Hoekkappen, hoekbeschermers, aanrijdingsbeschermer, aanrijdbeschermer, aanrijdbeveiliging, upright protector, .............

ik weet niet hoe ze nog meer worden genoemd maar ik heb het over profielen die volgens onderstaande normen geplaatst zouden "moeten" worden. 
Moeten staat tussen "aanhalingstekens" omdat men altijd mag afwijken van dat wat in de normen staat beschreven als men op een andere wijze de gelijke veiligheid kan garanderen. Het kan dus goed zijn dat een bepaalde leverancier hoekbeschermers aanbied die lager zijn maar omdat ze alleen in een gebied met reachtrucks worden gebruikt toch veilig genoeg blijken te zijn. 

Neem indien mogelijk de beoordeling van de hoekbeschermers, hoogte, soort profiel en afstand tot de palletstelling stijlen op in de RI&E (Risico Inventarisatie & Evaluatie).

NEN 5051: 

De NEN 5051 wordt alleen nog maar gebruikt voor die magazijnen die voor april 2009 gebouwd zijn en sindsdien niet of nauwelijks gewijzigd. 
Voor magazijnen die na April 2009 (toen kwam de NEN-EN 15.512 uit in Nederland) zijn gebouwd en voor magazijnen die na 2009 grondig zijn verbouwd, uitgebreid of verhuisd geldt de NEN-EN serie (15.512, 15.620, 15.629 en 15.635). 
De afkeurcriteria voor alle stellingen zijn die uit de NEN-EN 15.635.

NEN-EN 15.512


Mijn blog zou mijn blog niet zijn als ik niet weer aan de hand van vele foto's ga laten zien wat voor- / nadelen zijn van de diverse types. Tevens geef ik wat punten aan waarop gelet mag worden, als ze eenmaal zijn geplaatst, bij het lopen van veiligheidsrondes.

Type 1: geen hoekbeschermers plaatsen

 
Zoals je al kunt zien op de foto's hierboven is type 1 niet zo'n succes, toch zijn er nog steeds bedrijven die denken dat dit "veilig" is.

Type 2: hoekprofiel met 2 of 4 bouten aan de vloer verankerd.


 


Bij de linker foto is niet alleen de hoekbeschermer tegen de stelling aangeduwd maar is ook de stijl die er achter en staat en beschermd had moeten worden vervormd, na verwijdering van deze "hoekbeschermer" kan de schade aan de voorzijde van de staander pas goed worden opgenomen.

Bij de rechter foto is te zien dat een truck wat langduriger tegen de hoekbeschermer aangeduwd heeft en door de bewegingen van de truck de hoekbeschermer tegen de stijl aangedrukt heeft weten te houden en er zelfs een figuur op heeft achtergelaten.




















Niet helemaal duidelijk is hier of het hier 2 losse platen betreft die beide met 1 bout zijn vastgezet of iets wat aan elkaar vast heeft gezeten. Kunnen hier de krachten op de hoekbeschermer nog volgens de normen uitgeoefend worden zonder de stijl te raken ??
























Bij de 3 foto's hierboven is goed te zien dat de hoekbeschermers al vanaf aanvang knap (te) dicht op de stijlen zijn gemonteerd, dit vraagt om problemen. Bij de minste aanrijding krijg je al deuken in de staanders zoals goed te zien op de eerste van deze 3 foto's


BOODSCHAP: Bekijk goed van te voren waar je de hoekbeschermers wilt gaan plaatsen en zorg er voor dat deze niet te dicht op de stelling worden gemonteerd. Voer anders eerst een aanrijdtest uit, ergens buiten, met een heftruck en een op de vloer gemonteerde hoekbeschermer.... rijden maar ??


Type 3: 2 hoekprofielen, met 2 of 4 bouten aan de vloer verankerd, en aan elkaar gekoppeld door een sigma of andersoortig profiel.





Bij een aanrijding wordt direct de stijl geraakt i.p.v. dat de beschermkap de klap kan opvangen.

 

Wat is nu de juiste lengte van het profiel dat is bevestigd tussen de hoekbeschermers, je wilde toch de hoek beschermen?





Kan deze plaat de krachten opvangen, hij is al behoorlijk aan het vervormen.


De hoek wordt niet volledig beschermd, tussenliggende profiel tekort ?
Een anker is al afgebroken dus de kans op beschadiging van stellingstaander wordt duidelijk groter.

Type 4: U-profielen, met 4 of 6 bouten aan de vloer verankerd.




















Te dicht op de staander




















staander door aanrijding tegen hoekbeschermkap al beschadigd.




















Hoekbeschermkap te dicht bij de staander geplaatst, 3 ankers al uit de vloer gereden


Hier zullen toch wel meer als 2 bouten in aangebracht zijn? 


BOODSCHAP: Met al deze U-profiel hoekbeschermers wordt de ruimte om pallets te plaatsen op vloerniveau in ieder geval niet groter, realiseer je dit voor je tot aanschaf over gaat. Je ziet het hier duidelijk aan de linkerzijde van het U-profiel.


Type 5: 2 U-profielen, met 4 of 6 bouten aan de vloer verankerd, en aan elkaar gekoppeld door een sigma of andersoortig profiel.

Het profiel waarmee de 2 U-profielen aan elkaar gekoppeld zijn hoeft niet te voldoen aan de normen als het gaat om het opvangen van krachten. Je zult dus zelf moeten bepalen, voordat je tot aanschaf van aanrijdbescherming overgaat, waar deze profielen voor gebruikt kunnen gaan worden. Is het om pallets tegen aan te rijden dan zal het profiel veel zwaarder moeten zijn als het profiel op de foto hierboven. Wordt het alleen gebruikt voor het aanzicht en om aan te geven hier staan stellingen dan is het profiel van de foto hierboven meer dan voldoende. Bedenk dit allemaal vooraf, achteraf is het altijd te laat.


De stelling op de foto hierboven is geplaatst in U-profielen waaraan op de kop van het liggende profiel een staand stuk is gelast. Bij aanrijdingen wat hoger tegen dit staande deel bleek het materiaal net naast de las af te scheuren en een scherpe vouw in de voorstijl te maken. Erg veel ijzer was aangeschaft maar de krachten die men dacht op te kunnen vangen bleken niet opgevangen te kunnen worden en door de scherpe vouwen in de voorstijl alleen maar extra onveiligheid op te leveren


Is een profiel waarmee de 2 U-profielen gekoppeld zijn beschadigd op deze wijze probeer dan te bedenken of, wanneer en met wat voor letsel als mogelijk gevolg iemand hier nog langs kan lopen.

 

Linker foto: profiel staat op de kopse zijde van de stelling ver genoeg van de staander vandaan maar aan de voorzijde zeer krap, tevens is hier goed te zien dat niet alle gevaar voor vervormde schoring wordt veroorzaakt door aanrijdingen aan de kopse kant.

Rechter foto: bocht wat te krap, Sigma profiel meegetrokken, nu een extra risico om weer achter te blijven haken of om als voetganger door verwond te raken.

Type 6: diverse overgebleven voorbeelden, er staat namelijk nergens beschreven dat de hoekbescherming een U-profiel of een hoekprofiel zou moeten zijn. Tot een hoogte van minimaal 400 mm moet een bepaalde kracht opgevangen kunnen worden, dat is wat de norm beschrijft.

 

Denk bij bovenstaande beschermingsconstructie wel na wat de lengte moet zijn, te lang geeft een vergroot risico om er achter blijven haken en te kort geeft de hoekstaander te weinig bescherming.



Combinatie van stijlbeschermer en soort vangrail constructie kan ook, ook hier geldt weer de opmerking bij de foto hierboven over de lengte.


























Is dit nu een hoekbescherming in de zin van de oude en huidige norm ?? 
Zo ja is het dan een oplossing die voorkomt dat de staanders die op de hoeken van de gangen staan kunnen worden aangereden ??  Voldoende bescherming geven tegen aanrijdingen zoals bedoelt in de normen? Ik vind van niet. Bij keuringen van magazijnstellingen zijn ze in ieder geval rampzalig want iedere beschadigde stijlbeschermer moet je verwijderen om te kunnen 
bekijken of de stijl al dan niet beschadigd is geraakt en goed- of afgekeurd moet worden.

Genoeg over de profielen die geplaatst horen te worden op al die hoeken daar waar gemotoriseerd transport in een magazijn de hoek om kan/mag gaan. Dit geldt dus ook voor onderdoorgangen.


Moraal van van deze aflevering:

Denk voor je over gaat tot aanschaf/plaatsing van aanrijdbeveiligingen, op die posities die door de normen worden bepaald, goed na wat de functie van de beschermprofielen moet gaan worden en of dat wat wordt aangeboden daaraan voldoet. Bij twijfel altijd eerst een test uitvoeren. 

Het is erg belangrijk om bij tussentijdse inspectierondes te controleren of, na aanrijdingen tegen de beschermkappen, er nog voldoende vrije ruimte is tussen het beschermprofiel en de stelling en of er geen schade aan de stelling staander is te zien achter de beschermprofielen, deze schades worden vaak over het hoofd gezien maar zijn door de scherpe randen vaak wel gevaarlijk!!

Met vriendelijke groet,

Frans hardus